Geschiedenis

De osteopathie is een manuele behandelmethode die in 1874 is ontstaan. De grondlegger van de osteopathie is de Amerikaanse arts Andrew Taylor Still (1828-1917). Hij combineerde de toenmalige medische kennis met eigen theorieën. Still stelde dat alle lichaamsweefsels beweeglijk horen te zijn t.o.v. andere weefsels,  en dat verlies van deze beweeglijkheid een nadelige invloed heeft op de gezondheid. De osteopaat onderzoekt met zijn/haar handen het lichaam van de patiënt en spoort weefsels of gebieden op die verminderd (restrictie) of niet  meer (blokkade) beweeglijk zijn.

Wetenschappelijke basis

De osteopathie is gebaseerd op de embryologie, neurologie, anatomie en fysiologie. Uit de embryologie leren we verbanden te leggen tussen bepaalde spieren, zenuwen, ingewanden ect. die vanuit eenzelfde ruggemergsegment worden bezenuwd. De neurologie geeft ons belangrijke informatie over hoe problemen/stoornissen in bepaalde spieren, pezen, organen etc. terug te voeren zijn op bepaalde ruggemergsegmenten, die we vervolgens moeten onderzoeken op blokkades. Door kennis van de anatomie kunnen verbanden leggen tussen klachten in het ene lichaamsdeel en het andere en de fysiologie leert ons hoe verkramping in spieren en fascies tot problemen in bijv. de doorbloeding en bezenuwing van andere lichaamsdelen kan leiden.

De osteopathie is gebaseerd op 3 pijlers:

  • Structurele, pariëtale osteopathie: omvat het bewegingsstelsel
  • Viscerale osteopathie: de ingewanden
  • Cranio-sacrale osteopathie: dura mater, schedelbeenderen, sacrum en LCS (hersenvocht) circulatie

Deze 3 deelgebieden zijn echter onlosmakelijk met elkaar verbonden en alle onderdelen van het lichaam dienen in orde (beweeglijk) te zijn.

Dierosteopathie

Bij dieren zijn heel veel problemen terug te voeren naar de wervelkolom. De wervels omgeven het ruggenmerg, van waaruit een groot deel van het lichaam motorisch wordt bezenuwd. Van  zeer groot belang is bovendien de orthosympathische bezenuwing die vanuit het ruggenmerg t.h.v. de rug geschiedt. Een probleem in de rugwervels kan dus leiden tot problemen in de autonome bezenuwing van het hele lichaam.  Ook de bezenuwing van- en naar de organen gebeurt t.h.v. de rug. Problemen in het thoracale ruggemerg kunnen leiden tot problemen in de organen en omgekeerd.

Aangezien alle organen, zenuwen, spieren, fascies etc. verbinding hebben met elkaar via neurologische en fasciale weg, zullen al deze lichaamsdelen elkaar ook beïnvloeden. Hierdoor zal het hele lichaam in orde moeten zijn om een gezond functionerend lichaam te bekomen. De osteopaat zal het hele lichaam onderzoeken en behandelen. Hierbij is de slogan “treat what you find” het uitgangspunt. Dit wil zeggen dat we zoeken naar lesies, en deze behandelen. Niet meer en niet minder.

Na afloop van de behandeling zal het lichaam enige tijd nodig hebben om te herstellen. Bij een behandeling zullen blokkades in wervelgewrichten worden opgelost, en zullen spanningen of verkrampingen in spieren en fascies worden verholpen. Hierdoor zullen beknelde zenuwen weer naar behoren kunnen functioneren, de doorbloeding zal verbeteren en afvalstoffen kunnen worden afgevoerd uit verkrampte zones. Deze processen van herstel kunnen tot 6 weken duren. In deze tijd is het aangeraden om het dier relatieve rust te geven en het lichaam pas weer te belasten als het volledig hersteld is.

Share this Page: