Technieken mestonderzoek

Technieken mestonderzoek

Mc Master

Deze techniek is de standaard techniek die op vrijwel elk mestmonster wordt toegepast. De mest wordt onderzocht op aanwezigheid van wormeieren. Met deze test kunnen infecties worden aangetoond met:

Bij strongyliden-infecties wordt tevens de ernst van de infectie bepaald door de EPG (eieren per gram mest) te bepalen.

Sedimentatie methode

Deze techniek is geschikt voor het aantonen van Leverbot eieren. Deze test wordt alleen uitgevoerd in combinatie met de McMaster.

Plakbandmethode

Bij deze techniek wordt er een doorzichtig plakbandje op en rond de anus geplakt. Dit plakbandje wordt bekeken onder de microscoop op de aanwezigheid van aarsworm-eieren.

Baermann techniek

Deze techniek wordt gebruikt om longwormlarven aan te tonen.

Larvenkweek

Een larvenkweek kan worden toegepast om de grote-, van de kleine strongyliden te kunnen onderscheiden.

Resistentie test (FECRT en ERP)

De FECRT test is in feite het 2 maal uitvoeren van een eitelling. De EPG wordt bepaald, dan wordt het paard ontwormd en na 2 weken wordt de EPG opnieuw bepaald. Als het ontwormmiddel goed heeft gewerkt zal het aantal eieren met ca. 95% of meer gedaald zijn. Indien dit niet het geval is, kan dit een indicatie zijn voor (beginnende) resistentie. Bij vermoedens van verminderde werkzaamheid kan vervolgens een ERP test worden gedaan. Hierbij wordt elke week na de ontworming getest op aanwezigheid van wormeitjes in de mest, om na te gaan hoe lang het product nog werkt. Bij beginnende resistentie zal deze periode verkort zijn.

Vooral voor nieuwe paarden kan het interessant zijn om een resistentie test uit te voeren vooraleer ze op de weide te laten. Daarnaast wordt voor alle paarden geadviseerd minimaal 1 maal per 3 jaar een resistentie-test uit te voeren.

Aan de hand van een vragenlijst in het Aanvraagformulier mestonderzoek wordt er advies gegeven over de aanbevolen testen. 

Share this Page: